Truly Fair

Spelletjes

In plaats van lekker te slapen, lag ik afgelopen nacht over spelletjes na te denken. Spelletjes! Geen idee hoe ik daar bij kwam. Maar beter daarvan wakker liggen dan van de ellende in de wereld.

Ik ben geen mens voor gezelschapsspelletjes, Mens Erger Je Niet (wel!), Ganzenbord of kaartspelletjes. Gaat me allemaal te langzaam, duurt te lang, je zit maar te wachten tot je medespelers eindelijk een zet hebben gedaan. Een schop onder tafel en een Jij bent!, klonk voortdurend. Ik had er het geduld niet voor. Slaapverwekkend saai. Monopoly, ook héél erg! Daar kwam nooit een eind aan. Verder hadden we Domino, en Triominos. Daar was het probleem dat medespelers altijd de stenen zodanig slordig neerlegden dat je niet wist waar ze eigenlijk moesten liggen en ik voortdurend bezig was met het weer netjes op het juiste vlakje leggen van de stenen. Een beetje een neuroot ben ik wel. 🙂 Het zelfde probleem speelde bij Scrabble. Bovendien zat dan een van de spelers met een bord waar de woorden ondersteboven stonden.

IMG_7165.JPG
Mastermind was wel leuk. Ik speelde dat met mijn voormalige echtgenoot toen we nog jong waren, halverwege de jaren ’70. Weet u nog? Je speelt het met zijn tweeën, je tegenspeler zet achter een schermpje vier kleuren pinnetjes, en jij moet raden welke kleur waar staat, door middel van het plaatsen van gekleurde pinnetjes op jouw helft. Wat goed of niet goed of wel goed maar niet op de juiste plaats staan wordt aangegeven door middel van zwarte en witte pinnetjes. Al snel werd het saai met maar een paar kleuren en zochten we wat meer uitdaging, dus legden we twee spellen naast elkaar en voegden vele extra kleuren toe in de vorm van gekleurde punaises.

Ook speelden wij een spel waar je alleen ruitjespapier en twee potloden voor nodig had. Je tekende een racecircuit op het papier, een wat bochtige weg, en jij en je tegenspeler starten naast elkaar. Het ging erom wie het eerst aan de finish kwam zonder uit de bocht te vliegen. Ik denk, maar weet het niet meer zeker, dat er een dobbelsteen aan te pas kwam die bepaalde hoeveel streepjes je vooruit mocht. Er zat ook een acceleratie in, want ook een echte auto schiet natuurlijk niet van nul in de hoogste versnelling. Ik ben een beetje vergeten hoe het precies ging. Kent iemand dit spel? Ik zal mijn ex eens vragen hoe het ging. (Uitleg ontvangen, staat beneden in een reactie).

Hier heb ik het met één speler (ik) geprobeerd.

Hier heb ik het met één speler (ik) geprobeerd. Van punt tot punt is één zet.

Schaken vond en vind ik ook leuk. Mijn vader leerde me het spel. Dat hoorde bij de opvoeding (waar hij zich verder niet zo mee bezig hield). Daar kun je ook lang wachten tot je medespeler een zet heeft gedaan, maar die tijd kun je goed benutten door jouw meesterzetten voor te bereiden en alle mogelijkheden voor een paar zetten vooruit te plannen. 😉

De enige spelletjes waar ik me vandaag de dag mee bezig houd, zijn Wordfeud (digitale scrabble) en puzzels, vooral Sudoku’s. Aan andere internet spelletjes waag ik me niet, hoe vaak ik ook voor Candy Crush wordt uitgenodigd. Voor je het weet ben je verslaafd!

18 gedachtes aan “Spelletjes

  1. Jolie

    Leuk, spelletjes! En ik ben het met je eens dat er heel saaie tussenzitten. Zodat je een avond “vastzit” aan een spel, en denkt “wat doe ik eigenlijk.. Suf spel..” ;-}
    Ondanks alle ‘Mine-craft’- en ‘Sims’-verslaving, doen we ze hier nog wel.. Kwartet, domino, memory.. Zelfs met Oud-en Nieuw (toen hadden we de computer een avond verboden ;-))
    Bij de kringlooopwinkel kijk ik al jaren naar Master-mind, ja, dat was leuk!

    1. Margo

      Ha Jolie, ik reageerde bijna gelijktijdig bij jou. 😀 Kwartetten, jaaaah, wij hadden vroeger een dierenkwartet, heel leerzaam! De brilslang ken ik uit dat kwartet. Memory verlies ik zelfs van babies! Hoe jonger het kind hoe beter ze zijn. En Mastermind, is dat niet meer te koop? Jawel, bijvoorbeeld hier. Misschien een goed idee direct twee spellen te kopen en een doosje gekleurde punaises. 🙂 (Bestaan er nog punaises – prikborden?)

  2. ria

    Hier ook vaak en veel spelletjes, ook mensergerjeniet, yahtzee, kaarten, scrabble (de echte), met de kleinkinderen die houden er ook van. Candy Crush ook, een tijdje saarmee gestopt en nu weer begonnen, erg leuk hoor 😉

  3. Joke

    Als kind vond ik spelletjes enig. Juist en vooral Monopoly; dat duurde lekker lang. Wij speelden het meestal op Oudejaarsavond, flesje chocomel en oliebollen ernaast. Succes verzekerd. Met onze kinderen speelden wij ook eindeloos spelletjes. Ze vonden het altijd erg leuk, we hadden zelfs iedere week een speciale spelletjesavond. Tegenwoordig ben ik helemaal van de spelletjes af; geen zin meer in, totaal overvoerd, vermoed ik ;-).

    1. Margo

      Haha, is Wordfeud niks voor je? Voordeel is dat je speelt als je zin hebt en niet hoeft te wachten op je tegenspeler. Dan ga je door met het volgende spel. Of iets anders doen.

  4. Bertie

    Spelletjes, daar ben ik geen liefhebber van. Master mind ging nog, scrabble af en toe, dobbelen (kassie gooien), misschien een potje dammen. Als het maar niet te moeilijk werd.
    Wel deed ik mee met de kinderen mee die bijna dagelijks een spel op tafel zetten van mikado tot stratego, maar inwendig was het me een gruwel, met name de langdradigheid van Monopoly. Kaarten ging me iets beter af en dan alleen de simpelste spellen, zoals jokeren en dat verveelde dan weer gauw.
    Schaken liet ik aan mijn moeder en mijn man over, daar heb ik geen hersens voor. Voor pandoeren, klaverjassen en verwante spellen ook niet. Nou ja, dan steken de pientere spelers gunstig af.
    Liever doe ik iets alleen; legpuzzels, cryptogrammen, sudoku’s, doorlopers zonder nummers.

  5. Wieneke

    Goed dat je er over begint………… we moeten hier erg nodig weer eens gaan Kolonisten (van Catan).
    Kun je ook met zijn tweeën spelen, al gaat het dan iets anders dan bij het spel voor meerdere personen.
    Verder zijn alle kaartspelen voor mij niet (meer) interessant omdat ik bridge. Het is gewoon het meest fascinerende kaartspel dat er bestaat. Ik kan iedereen aanraden om een cursus te gaan volgen.

    1. Margo

      Colonisten, dat spel heb ik ooit gekocht, maar het kwam er nooit van het te spelen. Kaarten ben ik niet zo gek op, hoewel het wel gezellig kan zijn. In Slovenië speelden we regelmatig Tarok, niet te verwarren met Tarot, met een speciaal kaartspel. Je speelt het met zijn vieren, twee aan twee. Het is van belang goed te onthouden welke kaarten al gelegd zijn. Dat vergat ik altijd, wat nijdige blikken van mijn man (met wie ik speelde) opleverde. Een spel als bridge zou dus helemaal niets voor mij zijn denk ik.

      1. Wieneke

        Dat moet je niet zeggen. Ik was zelf absoluut geen liefhebber van kaarten. Deed wel eens mee met jokeren of toepen of zo, maar meer om anderen een plezier te doen. Iemand haalde ons ca. 25 jaar geleden over tot het volgen van een bridgecursus voor beginners in Gouda.
        Ik dacht: ‘Nou ja, laat ik het maar eens proberen, ik kan altijd nog afhaken’. Maar heel gek: dát spel boeide me meteen en dat is altijd zo gebleven. Al vele jaren bridgen Harry en ik een avondje bij een kleine club en een keer per 14 dagen bridge ik met vriendinnen aan de keukentafel. Ik zou het echt niet meer willen missen.

  6. Margo

    Ik had mijn ex in Slovenië gevraagd of hij nog wist hoe het spel op het ruitjespapier ging en het me uit te leggen, en zojuist kwam zijn reactie per mail binnen:

    Natuurlijk weet ik dat nog. Alleen was dat geen kansspel, dus geen dobbelsteen. Het was gewoon een race-circuit, getekend op een ruitjes papier. Het racen bestaat uit zo hoog mogelijke snelheid te ontwikkelen (en houden) zonder van de weg te vliegen, om zo snel mogelijk over de finish lijn te komen. Ook hier! Alleen doe je dat hier door het als vector op papier te tekenen. De weg die je in één tijdseenheid (hier dus één zet) aflegt kan je verdelen in twee componenten, op papier in verticale en horizontale lijn. De resultante daarvan is dan de weg die je in één eenheid aflegt. Je speelt natuurlijk omstebeurt, de eerste die over de lijn komt is de winnaar. De regel is natuurlijk, ook dat komt overeen met de werkelijkheid, dat je bij iedere beurt maar een stap per richting kan versnellen of afremmen.

    Voorbeeld: Bij de eerste zet ga je 1 vooruit (meer dan dat kan niet uit stilstand). Bij de tweede kan je dan 0, 1 of 2 vooruit, maar tegelijkertijd ook 1 naar links of rechts. Stel je voor dat je 2 vooruit gaat en 1 naar links. De derde zet kan dan zijn 3 vooruit en 2 (1 had ook gekund) naar links. Bij de vierde ga je 2 vooruit en 3 links… En dan zie je dat je ook als je bij de vijfde 4 naar links gaat nog steeds geen plek heb om nog 1 vooruit te gaan (minder kan niet, je kan maar 1 per keer afremmen), je vlieg de berm in. Je had dus kennelijk minder moeten versnellen in de “vooruit” (recht omhoog op papier) richting….

    Veel plezier!

    Daarna kwam nog een P.S. binnen:

    … natuurlijk niet op elkaar botsen! Dus, nadat eentje zijn zet heeft gemaakt en daarmee een plek bereikt, kan de ander niet op dezelfde plaats komen (“in dezelfde ruimte kan zich maar 1 lichaam bevinden”).

    Waarna er een reactie kwam van zijn vrouw:

    Lekker even geen politiek en actualiteiten (alhoewel tv aanstaat)!! Vaker dat soort nostalgische vragen stellen!!!

    En toen kwam er nog een reactie van Tim:

    Haha leuk! Moeten we een keer proberen met z’n allen!

    Probeer het maar, het is echt een leuk spel! 😀

    Zie tekening in tekst.

  7. hanscke

    Mens erger je niet is favoriet bij mijn kleindochter. Toch heb ik er ook slechte herinneringen aan. Mijn vader heeft het bord eens door de kamer gezeild. Het heette toen dat mijn vader niet tegen zijn verlies kon, maar zal vast meer aan de hand geweest zijn. Brengt me op een idee om daar eens een mooi gedeeltelijk fictief verhaal om heen te bouwen. Komt binnenkort uit, denk ik……

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

***** Made by Truly Fair *****